Bron: Pixabay

In dit interview staat de corona-aanpak van het Radboud centraal. Communicatiedeskundige Miriam Heijmerink vertelt alle ins en outs. Ik heb voor deze invalshoek gekozen omdat het van toegevoegde waarde is om te weten te komen hoe een universiteit als deze heeft gehandeld.

Hoe hebben jullie intern gehandeld naar de situatie zoals we die nu kennen?

“Bij ons ging bijna iedereen héél snel over van offline naar online. Interne communicatie verplaatste zich vrijwel helemaal naar de onlinewereld. Denk aan Teams en Zoom. Het eerste dat we deden, was het afzeggen van grote (fysieke) bijeenkomsten omdat die niet meer mogelijk waren i.v.m. het grote aantal mensen. Gaandeweg zijn we gaan nadenken hoe we toch evenementen kunnen blijven organiseren voor onze studenten omdat we dat belangrijk vinden. Niet alleen om elkaar even te zien, maar ook om onderzoeksresultaten uit te wisselen. We willen het uiteraard wel educatief houden.”

Hoe heb je dat kunnen realiseren?

“Je kunt niet van offline naar online knippen en plakken. Daarom zijn we gaan nadenken hoe we mensen erbij kunnen houden – door middel van een aantrekkelijk programma en tóch het doel voor ogen blijven houden. Het einddoel blijft fysieke ontmoetingen organiseren, maar ook het uitwisselen van kennis. Dat zijn twee aspecten die sowieso overeind moeten blijven, ook al is dat online wat lastiger.”

Heb je een voorbeeld van hoe het Radboud dat heeft gedaan?

“Zeker. Wat we voorheen offline hadden, was dat PhD-onderzoekers hun onderzoeksresultaten deelden. In coronatijd hebben we die leermethode online doorgezet door middel van een online pitch. We hebben gemerkt dat we onder andere op die manier het leerplezier kunnen garanderen. Voor aanvang van die pitch hebben we online workshops gepland omdat we merkten dat studenten het soms toch als eng ervaren om een (online)presentatie te geven.”

Hoe zag die workshop eruit?

“De centrale vraag was hoe je online een interactieve presentatie kan geven. Dan stellen we elkaar bijvoorbeeld de vraag hoe je je publiek bij de les houdt; hoe creëer je engagement. Dat doe je door onder andere vragen aan je publiek te stellen. Dit doe je gedurende de hele presentatie. Naast het feit dat zo’n training heel leerzaam is, bouw je er ook weer extra ervaring mee op en is het dus een stuk minder eng voor de volgende keer. Verder hebben we het heel interessant gemaakt. Je ziet presentaties vaak in de vorm van een ratelende docent met een wazige achtergrond. Wij hebben daarentegen een hele studio gebouwd om het zogeheten ‘wow-effect’ te creëren. Daardoor ontstaat er overigens ook meer dynamiek in je presentatie.”

Wat vindt het Radboud nog meer belangrijk als het gaat om effectief leren?

“We vinden het ook belangrijk dat we ons goed verplaatsen in ons publiek. Om het voor iedereen leuk, interactief en dynamisch te houden, hebben we een soort Nederland in Beweging georganiseerd. De welbekende presentatrice van dat programma is toen naar onze studio gekomen en heeft een mini-workshop opgenomen. Verder vinden we het belangrijk om zendgericht te zijn. Zendgericht in de zin dat we veel nieuwsbrieven versturen, elkaar op de hoogte houden van de laatste (wetenschappelijke) resultaten en korte nieuwsberichten over de laatste publicaties.”

Wat vond je lastig aan de coronasituatie?

“Je krijgt vooral heel veel vragen. Dan praten we over wat wel mag en wat niet. En als het niet mag, wat kan ik daar dan aan doen? Dat moet je heel goed analyseren want je wil niemand met een informatietekort achterlaten. Daarbij is het belangrijk om bereikbaar te zijn – en te blijven voor alle vragen van medewerkers. Daarnaast werken wij met verschillende faculteiten die ieder een andere manier van aanpak hebben. Dus ook daar kunnen informatieverschillen ontstaan. Het belangrijkste is dat men in contact blijft met elkaar, bereikbaar is en goed voorbereid is op eventuele vragen.”